Monday, September 14, 2020

Visietekst rond participatie in functie van een hedendaagse-kunstproject

Het belang van het tijd uittrekken voor de ontwikkeling van een visie en een missie. Het doet onmiddellijk denken aan cursussen met onwennig onthaal bij het koffiemoment, ongemakkelijk staand broodjes eten onder de middag en zenuwachtig met één oog naar je vollopende inbox beginnen staren in de late namiddag, terwijl je met enig schuldgevoel toch nog het netwerkmoment meepikt. Terugblikkend op de vele projecten waarin ik ondertussen betrokken was, ben ik toch overtuigd geraakt dat de best geslaagde projecten beginnen bij ... helemaal 'niets doen', namelijk bij het samenzitten en helder te komen tot een sterke, gedeelde blik op de richting waarheen het moet om een einddoel te bekomen. Leuk toch dat ik voor een project als Kortrijk Play een soort keynote mocht opstellen vanwaaruit ze konden vertrekken om tot een 'visie' te komen op hoe ze participatie zien binnen hun project.

We vertrekken vanuit het citaat ' De publiekswerker sloopt drempels, maar zet ook ladders voor een publiek dat zin heeft om daarop te klimmen.

Dit citaat is uit een artikel dat E. Coussens van Publiq vzw schreef naar aanleiding van haar introductie voor de Vlaamse middag rond Cultuurwerking die plaatsvond op 17 mei 2018 in Vlaams Cultuurhuis De Brakke Grond.

Hier benadrukte ze het belang van de heldere opsplitsing tussen publiekswerving en publiekswerking ( met een trendy term vaak publieksbemiddeling geheten). De publiekswerver stelt alles in het werk om het gewenste publiek over de vloer te krijgen.
Deze doet zijn werk dus vooral vooraf door het potentiële doelpubliek te bepalen en door het opzetten van gepaste acties om dit publiek te bereiken. De publiekswerker gaat aan de slag met het publiek eens het aanwezig is, ook al gebeurt dit vaak door eenzelfde persoon.  
In een commerciële of politieke context, zou dit het optimaal wegnemen van mogelijke weerstanden impliceren. In reclame- en marketingopleidingen, wordt immers getraind om te communiceren richting een publiek met een maximaal bevattingsvermogen en historisch perspectief van een achtjarige. Er wordt aangeleerd om aan storytelling te doen via verhaallijnen met pointes die er voldoende vingerdik opliggen om te garanderen dat het beoogde doelpubliek zich bevestigd voelt in zijn intelligentie en dus enkel bevredigende emoties hoeft te ervaren. Klant is koning en moet ‘nergens aan denken’.  
In de cultuursector mag het doel echter niet zijn om hapklare sensatie te prepareren om een (cultuur)product aan de man te brengen. De publiekswerker moet ladders zetten, waarmee bedoeld wordt dat hij tools moet ontwikkelen die het publiek aansporen om iets nieuws te willen leren of te ervaren.   
In haar betoog benadrukt Coussens daarbij het belang van ‘educatie’, die de beladen term ‘volksverheffing’ ging vervangen. Conform de tijdsgeest impliceerde dit de verschuiving van groepscultuur naar persoonlijke ontwikkeling: de zelfverwezenlijking van het individu.
Maar de relatie tot de cultuur, tot kunstenaar en kunstwerk, moet wel centraal blijven staan. Al te vaak werd in cultuurhuizen het publiek uitgenodigd te bakken of te knutselen, te kliederen of te koken ‘om volk te betrekken’. Vaak ontstond zo een vast aanbod aan ‘educatieve’ publieksactiviteiten waarbij tentoonstellingen, collecties of kunstwerken onderling inwisselbaar blijken en ze slechts een verlengstuk zijn van de publiekswerving.

Deze wankele relatie tussen publiekswerven en publiekswerken, deed de cultuursector steeds meer experimenteren met de idee van ‘participatie’. In plaats van volk te lokken naar de kunst, bracht men kunst naar het publiek. Waar het kunstwerk voorheen het publiek moest raken, moet het publiek het kunstwerk nu bij voorkeur aanraken.

Van de vroege Land Art van bijvoorbeeld Sol Lewitt en Donald Judd, met in Vlaanderen de shift van Chambres d’Amis, langs Beaufort naar het recente Play Kortrijk en Contrei Live, toont zich de shift van kunst die, wars van publiek, ontsloten werd via vuistdikke catalogi en ellenlange exposés naar kunst die al tijdens het creatieproces rekening houdt met een publiek dat het eindresultaat actief zal manipuleren. Vanuit die recente tendens, stamt de actuele stap naar co-creatie, waarbij de kunstenaar ook zijn zeggenschap opgeeft over het beoogde eindresultaat van zijn concept.

Via projecten als Paradise 2021 neemt Kortrijk nu het voortouw om de individuele doelen van creativiteit en educatie van respectievelijk kunstenaar en publiek te versmelten tot voldragen volksparticipatie die niet enkel reflecteert of in de marge blijft, maar via kunst reële maatschappelijke verandering genereert en meehelpt de Unescodoelstellingen en de toekomstige Creative cities tot realiteit te brengen.

Sunday, May 17, 2020

Nog 500 dagen: aftellen naar de Ros Beiaardommegang gaat viraal!



Midden augustus 2018 ging ik aan de slag als adjunct-coördinator voor de organisatie van de tienjaarlijkse Ros Beiaardommegang. 
Als immaterieel cultureel erfgoedkenner, keek ik ernaar uit om de expertise te verwerven om één van onze iconische historische ommegangen te kunnen realiseren en zo de zalige dagen van het historisch weekend te Rupelmonde in 2012 te herbeleven, maar dan voor dubbel zoveel toeschouwers.


Kenmerkend aan immaterieel cultureel erfgoed is het element ‘participeren’, maar ook het vooruitblikken en terugblikken maken daar deel van uit. Als aftrap van onze promotiecampagne, zocht ik daarom naar iets krachtig en participatief.
In de week dat website en sociale media werden gelanceerd, zou het exact 500 dagen zijn vóór de Ros Beiaardommegang van 24 mei 2020.
Geïnspireerd door het eerbetoon aan de oorlogspaarden uit WO I, dacht ik eraan om met vijfhonderd 10-jarigen van de Dendermondse scholen het campagnelogo uit te beelden.
Na grondige calculatie ontdekten we dat het complexe en veelkleurige logo ruim 1400 leerlingen zou vereisen om herkenbaar uit te beelden.
Daarom opteerden we voor de tekst ‘Nog 500 dagen’ en een spandoek met het logo en zo gebeurde het op 10 januari 2019.

Van de stad kreeg ik ook toestemming om in zee te gaan met een drone-filmer die het hele proces op beeld vereeuwigde. Zo leerde ik de uiterst complexe regelgeving kennen en de fantastische filmische mogelijkheden van dit medium. Later zou ik een andere dronefilmer begeleiden bij de opnames voor de reuzenommegang in 2019.

Laat op de avond kon het filmpje online via onze sociale-mediakanalen Facebook en Instagram.
Om te controleren of het echt gepost was, drukte ik even op de vernieuwen-knop.

Daar verscheen: 16x gedeeld en 102x bekeken. Ik dacht dat er iets mis was, ik drukte nogmaals voor het actualiseren van de webpagina. Het bleek toen meer dan 400x bekeken en meer dan 30x gedeeld.

Het was mijn 1ste keer dat ik iets viraal zag gaan, in minder dan 48 uur zou het filmpje méér dan 400x gedeeld worden en door meer dan 58.000 mensen langer dan 30 sec. bekeken worden. Rond de 78.000 kijkers zou het uiteindelijk stabiliseren. Gedurfde, maar zeker geslaagde start voor de campagne, dat zeker!
Misschien mag ik dat ook eens komen doen voor uw organisatie? Contacteer me!


Wednesday, May 6, 2020

Streuvels ... plezier voor iedereen!


Van 2014 tot 2018 was ik beheerder voor het Lijsternest: Streuvelshuis & schrijversresidentie. Tijdens het zomerseizoen een erfgoedsite ontsluiten die 100% onveranderlijk blijft, is niet vanzelfsprekend. Daarbij zag ik het als mijn eigen educatieve taak om ook de collectie en de bewoner die eraan ten grondslag lag steeds in de kijker te kunnen zetten. Ik beken: er zit in mij een onverdroten pedagoog!


In aanloop naar het zomerseizoen van 2016 bereidde ik een interactieve digitale tour voor met als hoofdpersoon 'Prutske', de dochter waarover Streuvels een boek schreef. Ik herinner me vooral dat ik in een weide achter een geit heb gelopen met een microfoon om authentieke geluidsfragmenten te verzamelen. Voor het bedenken van teksten en spelletjes, konden de gidsen en de baliemedewerkers aan de slag, een firma verzorgde de uitwerking. 
Comedian Piv Huvluv en een school uit Ingooigem zorgden voor ons promotiefilmpje. 


Kom jij niet verder dan een knutselnamiddag of gratis sleutelhangertjes uitdelen om de inhoud van jouw museum of erfgoedsite te vertalen voor jongeren? Bang dat je de boodschap niet verteld krijgt? Dat kan beter: contacteer me!
https://www.poeziecentrum.be/agenda/e/vrouwendag-lijsternest/5d0cd3d5-c5b4-4c87-8b58-6555ba1f96bd

https://www.de-textieltrekkers.be/







Gezellige gezinsactiviteiten? Specifieke doelgroepen. Ik meen het:contacteer me!

Vergeelde en vernieuwende literatuur verenigd: Stijn Streuvels scheurkalender 2019!

Innovatieve projecten om mensen bij literatuur te betrekken, dat is waarvan ik houd. Als beheerder van het Lijsternest:Streuvelshuis & schrijversresidentie, hoorde ik vanuit mijn bureau om de 13 minuten op de achtergrond de stem van Streuvels in het herhalend filmpje zeggen: 'ik heb geen enkele academische specialiteit'.

Om in 2019 te herdenken dat Streuvels 50 jaar voordien was overleden, leek een louter didactisch of wetenschappelijk naslagwerk daarom ongepast. Nulla dies sine linea, elke dag een nieuwe regel, bracht me al in najaar 2017 in contact met de uitgever van De druivelaar. 

Het uitgeven van een dagelijkse scheurkalender door een bedrijf uit Heule, zou de mogelijkheid bieden om werkelijk àlle aspecten van Streuvels' leven, werk, museum en schrijversresidentie aan bod kunnen laten komen. 

 http://www.erfgoedzuidwest.be/nieuws/stijn-streuvels-scheurkalender-2019

De afspraak met de uitgever was, dat wij de redactie integraal op ons namen en voor een distributeur zorgden. Zo gezegd, zo gedaan. In voorjaar 2018 bracht ik een redactieteam samen op basis van een strak georganiseerd plan.
In het boek werden 365 bijdragen opgenomen, een gigantische massa aan leuke anekdotes, citaten, gedichten, vertelsels, enz.
We probeerden zoveel mogelijk data te linken, bijv. op 3 oktober over de verjaardag van Streuvels. Ik streefde ernaar zoveel mogelijk literatoren en literaire organisaties te betrekken. Het Streuvelsgenootschap, Guido Gezellegenootschap, Paul Van Ostaijengenootschap, Gaston Martensarchief, Louis Paul Boongenootschap, René Declercqgenootschap, Studiecentrum Hugo Claus, Felix Timmermansgenootschap, Herman Teirlinckhuis, Ernest Claesgenootschap, André Demedtshuis, ... just name it!

Via deze residentiewerking werden ook heel wat hedendaagse literatoren betrokken: Frank Adam, Tine Mortier, Bart Janssen Jo Gisekin, Bart Plouvier, Paul Grisolle, om er slechts enkele te noemen. Ook nieuw, jong talent kreeg een plaatsje.
En dat alles aangevuld met resultaten van onze gedichtenwedstrijden en natuurlijk heel wat Streuvels zelf, beloofde een heel herdenkingsjaar lang een dagelijkse hap die smaakte naar meer literatuur.

Op zoek naar iemand die onze literaire canon optimaal op de kaart kan zetten voor een groot en divers publiek? Contacteer me!


 

Tuesday, May 5, 2020

Laagdrempelig literair festival: 3x Letterrijk Kerst op het Lijsternest.


Naast een handvol medewerkers (en dat niet eens het hele jaar door), draaide het Lijsternest vooral op een 15-tal vrijwilligers. Aangezien het tijdens de 6 wintermaanden voorzien was als residentie voor literaire auteurs, dreigde dat twee volstrekt gescheiden werkingen te worden. Uit het allereerste werkjaar 2014, bleek dat zowel de vrijwilligers & Lijsternestfans als de gastresidenten nood voelden voor grotere verwevenheid.
Anderzijds was het logistiek een hele klus om de transitie van museumruimte tot gerieflijk werkverblijf te organiseren. Toch deden we het en Streuvels zélf bracht de oplossing.
Streuvels schreef verschillende prachtige kerstverhalen en dus ontwikkelden we een literair festivalletje onder de noemer ‘Letterrijk kerst’ in de periode tussen kerst en nieuw waarin géén residenten ingepland werden.
Het bestuur van de provincie West-Vlaanderen en literatuurhuis Passa porta vzw waren te vinden voor dit evenement dat gezien moest worden als een proeftuin om te experimenteren met innovatieve vormen om literatuur bij het publiek te brengen. 
 
In 2015 hadden we 2 dagen lang herhaalde voorstellingen van dichters en auteurs, waardoor het publiek in een doorschuifsysteem van het ene naar het andere kon trekken zonder iets te zien.
Ondertussen hadden we wandelingen, vertellingen tijdens een huifkartocht of in een enorme hangende boomhut. In de traphal bracht de klas van Tine Mortier een theaterversie van Streuvels’ kerstvertelling.

In 2016 hadden we een gelijkaardige formule voor de buitenactiviteiten, maar een beperkter ‘doorschuifprogramma. Dat werd goedgemaakt door grote namen als Oswald Maes en Kristien Hemmerechts die Streuvels op hun eigen manier brachten. En niet te vergeten een poppentheaterversie van ‘Het Leven en de dood in den ast’, dat speciaal voor de gelegenheid werd ontwikkeld door Poppentheater Swief, en 5x voor publiek werd opgevoerd.

In 2017 stond de overdracht van het provinciaal naar het Vlaams niveau in de steigers. Dat betekende dat we logistiek geen beroep konden doen op de provinciale collega’s, noch op de Vlaamse collega’s, voor de afbouw. Voor deze editie diende dus zo weinig mogelijk ‘verplaatst’ te worden en dus draaiden we het systeem om: in de kleine kamers traden de literatoren op, terwijl het publiek in een grote tent in de tuin, via live streaming de voorstellingen van Letterzetter Kortrijk, AnnemarieEstor en Johan de Boose konden volgen.  
Terugkijkend ben ik zelf verbaasd van het hoge rendement dat dit literaire platform heeft opgeleverd en het verheugt me dat het wordt verdergezet door mijn opvolgers.